Naar boven ↑

Rechtspraak

Het betreft een dekenklacht. De deken verwijt verweerster dat zij geen redelijk salaris in rekening heeft gebracht aan haar cliënt en excessief heeft gedeclareerd zoals door de Raad van Toezicht is vastgesteld.

Vaste rechtspraak van het Hof van Discipline is dat voor de beoordeling van (de redelijkheid van) een declaratie in burgerlijke zaken uitsluitend een begrotingsprocedure van de Wet Tarieven in Burgerlijke Zaken beslissend is. De maatstaf die wordt aangelegd bij de beoordeling ligt vast in artikel 46 Advocatenwet. Er is slechts voor tuchtrechtelijk ingrijpen plaats als het salarisbedrag excessief is. Uitgangspunt voor de tuchtrechter is, indien er begroot is, de begroting van de Raad van Toezicht, dan wel die van de rechter.

De Raad van Toezicht heeft na begroting het honorarium van verweerster met meer dan 50% verminderd. Er is geen beroep ingesteld bij de civiele rechter. Er is niet gebleken van bijzondere omstandigheden zodat de raad het oordeel van de Raad van Toezicht volgt, te weten dat er sprake is van excessief declareren.

De klacht is gegrond.

Maatregel: enkele waarschuwing.