Rechtspraak
Dekenklacht over grensoverschrijdend gedrag en het hebben van seksuele contacten met vrouwelijke cliënten. Tevens klacht dat verweerder de eigen bijdrage standaard niet incasseert.
De verweten feiten komen ten dele vast te staan. In verband met aard en ernst van de verwijten verwerpt de raad het beroep van verweerder op verjaring. De raad oordeelt dat de advocaat, teneinde zijn onafhankelijkheid niet in gevaar te brengen, zich dient te onthouden van nauwe persoonlijke relaties met zijn cliënten en dat hij de nodige distantie bewaart in persoonlijk, maar ook in fysiek opzicht. Verweerder heeft deze regels in ernstige mate geschonden. Klacht in zoverre gegrond. De raad acht onvoldoende grond aanwezig voor het oordeel dat verweerder onjuist handelt op het punt van de incasso van eigen bijdragen. In zoverre is de klacht ongegrond. Schorsing twee maanden, waarvan één voorwaardelijk.