Rechtspraak
Klager verwijt verweerder dat hij A niet heeft gedagvaard. Verweerder heeft A terecht aangeschreven voordat de dagvaarding aan hem zou worden betekend. Verweerder heeft als voorwaarde voor het uitbrengen van de dagvaarding mogen eisen dat klager zijn declaratie betaalde. Het tweede klachtonderdeel mist feitelijke grondslag. Het verwijt dat verweerder de overeenkomst van opdracht niet schriftelijk heeft bevestigd is van onvoldoende gewicht. Daarom is ook het derde klachtonderdeel ongegrond.