Rechtspraak
PrivĂ©-gedragingen advocaat zijn volgens vaste rechtspraak van het Hof van Discipline alleen dan tuchtrechtelijke van belang indien er voldoende aanknopingspunten zijn of verband bestaat of verwevenheid is met de praktijkuitoefening om de daarvoor geldende maatstaven toe te passen, dan wel de gedraging voor een advocaat in het licht van zijn beroepsuitoefening absoluut ongeoorloofd moet worden geacht. Daarvan is sprake nu de gedragingen van verweerder (bestaande in veelvuldige politiecontacten en strafrechtelijke veroordelingen) niet anders dan tot gevolg kunnen hebben dat het vertrouwen in hem als strafrechtadvocaat is beschadigd en hij daardoor aan geloofwaardigheid heeft ingeboet. Aan afleggen leugenachtige verklaringen – ook ter zitting – tilt de raad zwaar. Klacht gegrond. Voorwaardelijke schorsing 2 maanden, proeftijd 2 jaar.