Naar boven ↑

Rechtspraak

Verzoek om herziening. Het Hof van Discipline heeft in de beslissing van 13 februari 2012 (ECLI:NL:TAHVD:2012:YA2464) uitdrukkelijk overwogen dat het openstellen van een rechtsmiddel dat de Advocatenwet niet kent in beginsel de rechtsvormende bevoegdheid van de tuchtrechter te buiten gaat. Een uitzondering daarop is slechts dan geoorloofd wanneer blijkt dat de uitspraak waarvan herziening wordt verzocht in strijd is met het EVRM, dat prevaleert boven de Advocatenwet. Daarvan is sprake indien bij de behandeling van de zaak een fundamenteel rechtsbeginsel is geschonden; in een zodanig geval is immers geen sprake van een eerlijk proces in de zin van artikel 6 EVRM, wat de tuchtrechter dient te redresseren. Niet in strijd met artikel 6 EVRM is echter dat een onherroepelijke beslissing in stand blijft ofschoon later feiten bekend zijn geworden die tot een andere beslissing zouden hebben geleid indien zij bekend zouden zijn geweest ten tijde van de behandeling van de betreffende zaak.