Rechtspraak
Deel van de klachten is eerder door de geschillencommissie beoordeeld. De raad blijft echter bevoegd om de handelwijze van een advocaat tuchtrechtelijk te beoordelen. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder onvoldoende onderkend en met klager besproken dat klager gehouden was om zijn wederpartij in de gelegenheid te stellen zijn verplichtingen alsnog na te komen. Verweerder had het risico van het door de wederpartij succesvol gedane beroep op art. 6:86 BW moeten onderkennen. De raad overweegt voorts dat een advocaat bij zijn verweer tegen een tegen hem ingediende klacht weliswaar een grote vrijheid heeft alles naar voren te brengen wat hij daarvoor van belang acht maar is van oordeel dat verweerder bij zijn verweer teveel op de persoon van klager heeft gespeeld. Tenslotte is de raad van oordeel dat verweerder bij het afsluiten van de zaak onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt wat hij voor het gedeclareerde bedrag heeft gedaan en ondeugdelijk met klager heeft afgerekend.