Naar boven ↑

Rechtspraak

 

De Raad heeft eerst moeten oordelen over de ontvankelijkheid van de klacht in verband met tijdsverloop.

De Raad weegt de belangen van in de eerste plaats klager, dat een optreden van een advocaat door de tuchtrechter kan worden getoetst en aan de andere kant het belang van de advocaat, dat hij ervan uit mag gaan dat een klacht binnen een redelijke termijn wordt ingediend nadat deze zijn werkzaamheden heeft verricht, tegen elkaar af. De Raad neemt aan dat de klacht tijdig is ingediend. Klager was zich begin augustus 2009 bewust van het verval van zijn mogelijkheid om zijn zaak in hoger beroep te laten beoordelen. De gemachtigde van klager die sinds maart 2012 klager’s belangen behartigde, heeft zich bij brief van 6 juni 2012 tegenover verweerder alle rechten voorbehouden om een klacht in te dienen. Deze brief is gestuurd binnen de termijn van drie jaren die het Hof van Discipline in een bestendige lijn steeds afhankelijk van de omstandigheden van het geval aanhoudt.

Klager is ontvankelijk in zijn klacht.

Het klachtonderdeel dat ziet op het niet-tijdige door de deurwaarder laten uitbrengen van een herstelexploot wordt gegrond verklaard. Verweerder heeft onvoldoende zorg betracht jegens klager door in de brief aan de deurwaarder, die één dag voor de laatste dag waarop het herstelexploot kon worden uitgebracht, werd verzonden géén termijn te noemen. Bovendien heeft verweerder nagelaten ook de goede ontvangst van het faxbericht te controleren of anderszins te waarborgen dat het herstelexploot tijdig zou worden uitgebracht.

De klachtonderdelen die - kort gezegd - zien op de wijze waarop klager omgegaan is met de kwestie van de beroepsfout en het inschakelen van zijn verzekeraar en zijn correspondentie jegens verzekeraar worden ongegrond verklaard.

Voor het gegrond bevonden klachtonderdeel wordt aan verweerder de maatregel van enkele waarschuwing opgelegd.