Rechtspraak
Klager wordt ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Anders dan de beklaagde advocaat stelt, kan uit een bericht van klager aan de deken niet worden aangenomen dat klager ondubbelzinnig over is gegaan tot intrekking van de klacht.
De klacht heeft betrekking op handelingen, die de beklaagde advocaat in haar hoedanigheid van vereffenaar heeft verricht, een hoedanigheid die ook door niet-advocaten kan worden vervuld. De raad heeft dus de (beperkte) maatstaf aan te leggen of de beklaagde advocaat door het handelen en nalaten, dat in de klacht omschreven is, voor zover aannemelijk gemaakt, het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad.
De beklaagde advocaat heeft door de declaraties voor de door haar als advocaat verrichte werkzaamheden, zelf in haar hoedanigheid van vereffenaar te voldoen, het vertrouwen in de advocatuur geschaad.
Door het niet zorgen voor een correcte tenaamstelling van declaraties (ter zake) van door de beklaagde advocaat ingeschakelde derden, heeft de beklaagde advocaat niet de zorgvuldigheid in deze financiƫle aangelegenheid betracht zoals van haar als vereffenaar en advocaat verwacht mocht worden.
De raad legt de beklaagde advocaat een voorwaardelijke schorsing voor de duur van twee maanden op met een proeftijd van twee jaren.