Naar boven ↑

Rechtspraak

Advocaat verzoekt op grond van art. 60b lid 7 opheffing van zijn schorsing voor onbepaalde tijd in de uitoefening van zijn praktijk. De raad wijst het verzoek af. Door de advocaat zijn in de procedure geen nieuwe feiten en/of omstandigheden gesteld of aangevoerd op grond waarvan de raad tot de conclusie kan komen dat de gronden die hebben geleid tot de schorsing niet meer aanwezig zijn.