Naar boven ↑

Rechtspraak

Verweerder heeft niet de zorgvuldigheid betracht die bij een behoorlijke rechtshulpverlening betaamt (artikel 48 lid 7 Advocatenwet; per abuis staat in de beslissing art.46 lid 7). Gebleken is dat verweerder bij herhaling toezeggingen heeft gedaan die hij niet is nagekomen en dat verweerder in het geheel geen uitvoering aan de aan hem gegeven opdracht heeft gegeven.

De raad schorst verweerder mede gezien de reeds opgelegde disciplinaire maatregelen, voor een periode van twee maanden (onvoorwaardelijk).