Rechtspraak
Op basis van de stukken kan worden vastgesteld dat de welwillendheid tussen klager en verweerder al snel uit beeld is geraakt, waardoor de verhouding is verhard. Zowel klager als verweerder hebben geen bijdrage geleverd om tot een normalisering van de verstandhouding te komen, hetgeen overigens wel in het belang van hun cliënten zou zijn geweest. Nu beide partijen een aandeel hebben in deze verstandhouding kan in redelijkheid niet worden vastgesteld dat verweerder lichtvaardig een klacht tegen klager heeft ingediend. Klager heeft ook overigens geen belang bij deze klacht, nu verweerder zijn klacht tegen klager heeft ingetrokken.
Klachtonderdelen a tot en met d zijn kennelijk ongegrond .