Rechtspraak
Klacht betreffende de aanvaarding door verweerder van een opdracht tot belangenbehartiging voor de onder bewind en mentorschap gestelde moeder van klaagster. De moeder verkeert in een vergevorderd stadium van Alzheimer. Verweerder is ingeschakeld door de advocaat van de vader van klaagster, die haar wederpartij is. Verweerder en de advocaat van de vader hebben elk een eigen kantoor in hetzelfde pand.
Verweerder was niet verplicht voorafgaande aan de aanvaarding contact met klaagster op te nemen of haar toestemming te vragen. Het hiertoe strekkend verwijt is ongegrond. Ook is ongegrond het verwijt dat verweerder zich in een belangenverstrengeling heeft begeven. Wel oordeelt de raad dat het aan zorgvuldigheid bij de voorgenomen aanvaarding van de opdracht heeft ontbroken daar verweerder de opdracht heeft aangenomen zonder zich bij het verpleeghuis waar de moeder verbleef te informeren over haar geestestoestand, terwijl het gesprek met de moeder is gevoerd in aanwezigheid van de vader (wederpartij van klaagster) die heeft getolkt, daar de moeder nauwelijks Nederlands spreekt. Klacht gedeeltelijk gegrond. Enkele waarschuwing.