Rechtspraak
Verweerder heeft tezamen met een andere advocaat een woning van klager gehuurd, waarin beiden een advocatenpraktijk uitoefenen. Klager beklaagt zich over het telkens te laat betaald worden van de huur en over een schriftelijke mededeling van verweerder dat hij wettelijk tot aan het einde van de maand heeft om de huur over te maken.
Het eerste klachtonderdeel heeft betrekking op privégedragingen van verweerder in een civielrechtelijke aangelegenheid waardoor het vertrouwen in de advocatuur niet kan worden geacht te zijn geschaad. Het tweede klachtonderdeel betreft een rechtens evident onjuiste mededeling van verweerder, waardoor schade is toegebracht aan het vertrouwen in de advocatuur. Klacht gedeeltelijk gegrond. Enkele waarschuwing.