Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht betreft het verrekenen van een proceskostenveroordeling in hoger beroep met de nota van de advocaat, die het hoger beroep heeft behandeld. De eerder voor verrekening gegeven (eenmalige) toestemming had aldus klager alleen betrekking op een nota van een kantoorgenoot van verweerder die de procedure in eerste aanleg had behandeld. Klacht gegrond. Op grond van gedragsregel 28 lid 2 is het een advocaat toegestaan zijn declaratie met voorschotten en andere gelden die hij voor de cliënt in depot houdt te verrekenen voor zover de cliënt daarmee instemt en onverminderd de in de boekhoudverordening gegeven voorschriften. Op grond van voormelde regelgeving dient een advocaat de ondubbelzinnige instemming van zijn cliënt voor de verrekening van een declaratie met (de cliënt toekomende) derdengelden te vragen, te verkrijgen en schriftelijk te bevestigen met het oog op een specifieke declaratie en een concreet bedrag. Niet gebleken is dat verweerder dat in dit geval heeft gedaan. Dit komt voor risico van verweerder. Enkele waarschuwing.