Naar boven ↑

Rechtspraak

klager heeft in 2012 ook al geklaagd tegen verweerder. Deze klacht is toen door de raad behandeld onder zaaknummer 12-192, en is door de voorzitter bij beslissing van 9 november 2012 van onvoldoende gewicht bevonden. Klager heeft verzet ingesteld en de raad heeft in zijn beslissing van 8 april 2013 het verzet gegrond verklaard en de klacht ook. Aan verweerder werd de maatregel van een enkele waarschuwing opgelegd. Verweerder heeft vervolgens hoger beroep ingesteld. Het hof van discipline heeft nog geen uitspraak gedaan. Verweerder heeft na de uitspraak van 8 april 2013 van de raad aanspraak gemaakt op betaling van de eigen bijdrage door klager. Klager beklaagt zich onder meer daarover. Voorzitter neemt een tussenbeslissing tot aanhouding van de zaak. Nu de vraag of verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld in deze zaak afhankelijk kan zijn, of mede afhankelijk kan zijn van de uitkomst van het hoger beroep dat verweerder heeft ingesteld tegen de beslissing van de raad van 8 april 2013 wordt de zaak aangehouden totdat het hof van discipline uitspraak heeft gedaan in het hoger beroep.