Naar boven ↑

Rechtspraak

a. Verweerder heeft bij het indienen van de producties behorend bij de inleidende dagvaarding verzuimd daarvan per gelijke post afschrift aan klager toe te zenden. Dat is in strijd met elementaire regels van procesrecht. Klacht gegrond. Dat klager aanvankelijk heeft volstaan met het aanspreken van verweerder op diens nalatigheid impliceert niet dat hij zijn recht om ter zake te klagen heeft prijs gegeven.

b. Verweerder heeft bij conclusie van repliek een bijlage bij een confraternele brief van klager overgelegd, zonder voorafgaande instemming van klager en/of overleg met de deken. De bijlage bij zo’n brief is niet per se confraterneel. De raad ziet niet in dat de beantwoording door de huisarts van de vragen van klager een confraterneel karakter draagt. Om zich ervan te vergewissen of de e-mail van de huisarts dat confraternele karakter toch draagt heeft verweerder die mail willen terughalen en de vraag aan de deken voor willen leggen. Klager heeft daar niet aan mee willen werken. Daarmee heeft klager niet alleen verweerder maar ook zichzelf de kans op een objectieve toetsing door de deken ontzegd. De raad is onder die omstandigheden van oordeel dat verweerder het voordeel van de twijfel behoort te genieten. Dit onderdeel van de klacht is dan ook ongegrond.