Naar boven ↑

Rechtspraak

Verweerster heeft rechtsbijstand verleend in de echtscheidingsprocedure van klaagster. Klaagster had tegen haar echtgenoot aangifte van mishandeling gedaan. Er was een huisverbod opgelegd, dat was verlengd. Tijdens het intakegesprek heeft klaagster dit aan verweerster meegedeeld. Klaagster had bewijsstukken van de aangifte en het huisverbod voorhanden, maar daar heeft verweerster niet naar gevraagd.

Verweerster heeft een verzoekschrift ingediend strekkende tot het verkrijgen van voorlopige voorzieningen. Tijdens de eerste mondelinge behandeling ervan was verweerster aanwezig. Klaagster was in het gebouw aanwezig maar heeft geen contact gehad met verweerster en heeft de zitting niet bijgewoond. De behandeling is later voortgezet. Klacht dat verweerster het proces-verbaal van de aangifte niet in het geding heeft gebracht; voorts dat verweerster klaagster niet naar behoren heeft geïnformeerd over de gang van zaken in het gerechtsgebouw.

De raad oordeelt het eerste klachtonderdeel gegrond, daar hij het verwijtbaar onzorgvuldig acht dat verweerster klaagster niet heeft gevraagd of zij beschikte over de stukken van de aangifte en het huisverbod. Het tweede klachtonderdeel oordeelt de raad ongegrond, gelet op de schriftelijke oproep die verweerster aan klaagster heeft gestuurd. Maatregel: enkele waarschuwing.