Naar boven ↑

Rechtspraak

Verweerder heeft klager bijgestaan in een geschil met een aannemer in verband met gebreken aan een aangekochte, nog te bouwen, woning en garage.

Niet is komen vast te staan dat verweerder tijdens een terechtzitting klagers belangen onvoldoende of niet zou hebben behartigd.

In het kader van onderhandelingen is een concept vaststellingsovereenkomst opgesteld.

Klager heeft, uiteindelijk, deze overeenkomst ondertekend. In deze overeenkomst was niet eerder opgenomen boeteclausule vermeld. Klager betwist dat verweerder met hem gesproken heeft over deze boeteclausule en het feit dat de wederpartij een dergelijke clausule niet wenste te accepteren. Het had op de weg van verweerder gelegen om klager te informeren dat deze clausule niet door de wederpartij werd aanvaard en derhalve niet was opgenomen in de te tekenen overeenkomst, alsmede over de consequenties daarvan. Nu verweerder dit heeft nagelaten, heeft verweerder niet de nodige zorg ten opzichte van klager in acht genomen. Van enige schriftelijke vaststelling is niet gebleken.

Verweerder heeft zijn salariskosten verrekend met een aan klager toekomend bedrag dat gestort was op de derdengeldenrekening van het kantoor van verweerder. Een advocaat mag slechts gelden, die zich bevinden op zijn derdengeldenrekening gebruiken voor het voldoen van zijn declaratie als hij daartoe de uitdrukkelijke, ondubbelzinnige toestemming heeft van zijn cliƫnt. Deze instemming dient schriftelijk te worden vastgelegd waarbij tevens de declaratie en de hoogte van het bedrag vermeld dienen te worden. Verweerder heeft nagelaten de door hem gestelde instemming van klager schriftelijk vast te leggen. Gelet op de betwisting van klager, heeft verweerder gehandeld in strijd met de aan hem opgelegde verplichting zoals neergelegd in de Vordering op de Administratie en de Financiƫle Integriteit in artikel 6 lid 5.

Drie van de zes klachtonderdelen worden gegrond verklaard. Hiervoor legt de raad verweerder de maatregel op van enkele waarschuwing.