Rechtspraak
Klager verwijt verweerster als advocaat van de wederpartij van klager in processtukken ernstige en ongefundeerde beschuldigingen jegens klager te hebben geuit, waaronder (de voorbereiding van) moord, ontvoering, geweldsdelicten, bedreiging en plegen van fraude waarbij de bron van deze beschuldigingen slechts haar cliënt was. De raad is van oordeel dat verweerster de in zekere mate geverifieerde beschuldiging van het vervoeren van zwart geld, waarvoor zij het nodige houvast heeft gevonden, naar voren heeft mogen brengen. Anders oordeelt de raad over de beschuldiging van liquidatie en ontvoering door klager. Gelet op de ernst van deze beschuldigingen had verweerster meer eigen verantwoordelijkheid moeten nemen en onderzoek moeten doen naar de juistheid daarvan alvorens deze beschuldigingen in de processtukken op te nemen en niet alleen af mogen gaan op de verklaring van haar cliënt. Klacht ten dele gegrond. Enkele waarschuwing.