Naar boven ↑

Rechtspraak

Verweerder heeft de tegen hem ingediende klachtonderdelen ter zitting bij de raad erkend.

De raad oordeelt dat verweerder niet gehandeld heeft zoals een behoorlijk advocaat betaamt en in de op hem rustende zorgplicht jegens klager tekort is geschoten.

Doordat verweerder vele malen op diverse fronten tekort geschoten is in zijn zorgplicht jegens klager en de belangen van klager ernstige schade heeft toegebracht, heeft verweerder niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt.

De raad verklaart de klachtonderdelen gegrond en legt verweerder de maatregel van een voorwaardelijke schorsing in de praktijkuitoefening voor de duur van 4 weken met een proeftijd van 2 jaar.

De raad heeft daarbij van belang geacht dat verweerder in zijn praktijk maatregelen heeft getroffen die herhaling zullen voorkomen en die voor de deken aanleiding zijn geweest om geen verder onderzoek te doen naar de praktijkvoering door verweerder.