Rechtspraak
klacht tegen eigen advocaat wegens kwaliteit dienstverlening gegrond. Klager was onjuist geadviseerd door assurantietussenpersoon bij het opnieuw aangaan van een levensverzekering bij de aankoop van een nieuw huis. Door onjuiste advisering heeft klager aanzienlijke schade geleden. Het assurantiekantoor dat klager destijds had geadviseerd bestond niet meer. De raad oordeelt dat verweerder zorgvuldig onderzoek had moeten doen naar de vraag of klagers vordering uit hoofde van de beweerdelijke wanprestatie op de (ontbonden) vennootschap onder firma (het assurantiekantoor) nog tegen de vennoten van die vennootschap moest worden ingesteld, of dat die vordering tegen een ander(e rechtspersoon) moest worden ingesteld. Verweerder heeft dit nagelaten. Uiteindelijk is geprocedeerd tegen de verkeerde (rechts) persoon en heeft klager de procedure verloren terwijl zijn vordering tegen de juiste (rechts) persoon verjaard is. De raad legt aan verweerder een voorwaardelijke schorsing van twee weken op.