Rechtspraak
Verweerster heeft aan klaagster bijstand verleend in een verdelingsprocedure. Verweerster nam de behandeling over van een kantoorgenote. Zij is verhuisd. Verweerster heeft in de procedure namens klaagster een conclusie genomen. De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard op grond van de samenlevingsovereenkomst tussen klaagster en de wederpartij.
Op 18 maart 2010 had de kantoorgenote van verweerster een vonnis in kort geding tegen de wederpartij verkregen. Dat vonnis is op 31 mei 2011 aan de wederpartij betekend.
Klacht dat verweerster onvoldoende met klaagster heeft gecommuniceerd over de sluiting van het oude kantoor en de verhuizing; dat verweerster nauwelijks bereikbaar voor klaagster is; dat verweerster onvoldoende voortvarend te werk is gegaan bij de boedelscheiding en dat verweerster in de periode van bijstand aan klaagster geen enkele schriftelijke bevestiging aan klaagster heeft gezonden en haar evenmin een rolbericht heeft gezonden.
Het eerste en het derde klachtonderdeel zijn ter zitting ingetrokken. Het tweede klachtonderdeel is ongegrond daar klaagster heeft bevestigd dat zij veel met verweerster belde. De raad acht het vierde klachtonderdeel gegrond daar onweersproken is dat verweerster geen enkele schriftelijke bevestiging van met klaagster gemaakte afspraken heeft gezonden en klaagster geen afschriften heeft ontvangen van met de deurwaarder gevoerde correspondentie. Evenmin heeft verweerster klaagster op de hoogte gehouden van het verloop van de procedure. Maatregel: enkele waarschuwing.