Rechtspraak
Verweerder heeft in een ontslagzaak van klager een vordering wegens kennelijk onredelijk ontslag aanhangig gemaakt. Tijdens de comparitie van partijen stemt klager, na een door verweerder gevraagde schorsing voor overleg, in met doorhaling van de procedure.
Klacht dat verweerder weigerde op klachten van klager te reageren, dat hij de arbeidszaak ondeskundig heeft behandeld en dat hij de zaak zonder toestemming van klager heeft laten doorhalen.
Het eerste klachtonderdeel is ongegrond. Naar aanleiding van het verweer, dat is gesteund door een brief van de kantonrechter over de gang van zaken ter zitting, oordeelt de raad dat niet is gebleken dat de bijstand ondeskundig was of dat verweerder onzorgvuldig met klagers belangen is omgegaan. Ook het tweede en derde klachtonderdeel zijn ongegrond.