Rechtspraak
Voorzittersbeslissing. Klacht van klager namens zichzelf en als bestuurslid van de informele belangenvereniging Slachtoffers Oplichting en Advocatuur Flevoland (SOA) tegenĀ advocaat bij wie de echtgenote van klager voorheen in dienst was. Klager verwijt de advocaat dat hij van klager heeft gezegd dat hij leed of herstellende was van een whiskyverslaving en dat hij aan hem toevertrouwde dossiers ongeordend aan klager of diens familie heeft geretourneerd. Verweerder ontkent de aan hem gemaakte verwijten. De beweringen zijn door klager niet onderbouwd en gesubstantieerd. Bij dergelijke ernstige beschuldigingen zoals klager aan het adres van verweerder heeft geuit mag worden verlangd dat klager – wat voor de hand ligt – meteen al man en rugnummer noemt. Hoe dat door en bij een behandeling ter zitting (alsnog) anders zou kunnen worden is door klager niet aangegeven. De vraag of klager in zijn kwaliteit van bestuurslid van SOA ontvankelijk is (de voorzitter begrijpt dat de beide klachtonderdelen betrekking hebben op klager zelf en op zijn familie) kan blijven rusten.
Klacht kennelijk ongegrond.