Naar boven ↑

Rechtspraak

Klager verwijt verweerder onder meer doof te zijn voor herhaaldelijk aandringen op voortgang in de zaak, afspraken niet na te komen en niet adequaat en krachtig op te treden alsmede de tijd die was gemoeid met beklag over de voortgang van de zaak in rekening te brengen bij klager en bedrog te plegen hij het opstellen van de factuur.

De zaak is in november 2010 in behandeling gegeven en per datum indiening van de klacht op 27 juni 2012 (na 20 maanden) was er nog altijd geen dagvaarding uitgebracht, hoewel klager daar van meet af aan op aandrong en het hier geen bovenmatig ingewikkelde zaak betrof. Bovendien heeft verweerder klager toezeggingen gedaan over het moment waarop de dagvaarding zou worden uitgebracht, althans over de voortgang van de zaak. De raad is aldus van oordeel dat verweerder door te traag te werken en zijn toezeggingen over de voortgang van de zaak niet na te komen niet heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Deze klachtonderdelen zijn derhalve gegrond.

Of een post in een nota van de advocaat, ziende op een gesprek met de cliënt over de voortgang van de zaak, terecht in rekening is gebracht, hangt af van de vraag of een in dat gesprek door de cliënt geuite klacht omtrent die voortgang, terecht is geuit. Als dat het geval is, vloeit de tijd die de advocaat in dat gesprek aan de zaak besteedt, immers voort uit diens tekortschieten in de zaaksbehandeling. Het staat hem dan in redelijkheid niet vrij die tijd in rekening te brengen. Wanneer van dat tekortschieten geen sprake is, vloeit die tijdsbesteding voort uit de wijze waarop de cliënt de zaak behandeld wenst te zien. Het staat de advocaat in dat geval wel vrij die tijd in rekening te brengen. Naar het oordeel van de raad is niet voldoende gebleken dat er op 17 maart 2011 (circa vier maanden na aanvang van de bijstand in de civiele zaak) reeds onvoldoende voortvarendheid in die bijstand was betracht. Om die reden, en om reden van het feit dat verweerder de ten aanzien van 17 april 2011 in rekening gebrachte tijd uiteindelijk uit de nota heeft geschrapt, is de raad van oordeel dat dit klachtonderdeel ongegrond is.