Naar boven ↑

Rechtspraak

Klaagster verwijt verweerster de wijze waarop zij het verzoek tot aanwijzing van een advocaat ex artikel 13 Advocatenwet heeft verwoord, behandeld en beoordeeld. Tegen een afwijzing van een verzoek ex artikel 13 Advocatenwet staat de mogelijkheid van beklag bij het Hof van Discipline open. Voor zover de klacht van klaagster ziet op de afwijzing van het verzoek tot aanwijzing van een advocaat is de klacht derhalve kennelijk niet-ontvankelijk.

Verweerster heeft onweersproken gesteld dat zij (in haar hoedanigheid van deken) reeds eerder een advocaat voor klaagster had aangewezen voor dezelfde kwestie als waarop het verzoek van klaagster van 8 november 2012 betrekking had en dat klaagster zich vervolgens zelf voor die kwestie tot een opvolgend advocaat heeft gewend. Die advocaat heeft besloten klaagster verder niet bij te staan. Mede in dat licht en bij gebreke van een nadere onderbouwing kan niet worden vastgesteld dat verweerster zodanig heeft gehandeld dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt geschaad. Klacht is kennelijk ongegrond verklaard.