Rechtspraak
Klacht van client tegen zijn voormalig advocaat.
De juistheid van de stelling van klaagster dat verweerder de vonnissen van 8 april 2011 en 12 mei 2011 niet aan klaagster heeft doen toekomen, kan niet worden vastgesteld. Uit de stukken volgt dat op die data geen vonnis is gewezen. Op 24 maart 2011 is een tussenvonnis gewezen en op 18 augustus 2011 een eindvonnis. Uit de brief van 19 januari 2012 van verweerder volgt dat verweerder de rechtbank Den Haag heeft laten weten dat hij zich aan de zaak onttrekt en dat de door hem ingediende conclusie als niet verzonden moet worden beschouwd. Verweerder heeft daarbij aangegeven dat de door klaagster ingediende stukken dienen te worden aangemerkt als conclusie van dupliek. Klaagsters stelling dat verweerder de griffier van de rechtbank heeft verzocht alle door klaagster ingediende stukken te weigeren, wordt door klaagster niet verder onderbouwd. Gelet hierop is ook de juistheid van dit onderdeel van de klacht niet door klaagster aangetoond.
Klacht kennelijk ongegrond.