Rechtspraak
Klager heeft gesteld dat verweerster tekort is geschoten in haar dienstverlening jegens klager. Verweerster heeft echter onbetwist gesteld dat klager eerst meer bewijs diende aan te leveren ter onderbouwing van zijn vordering. Op de hem toegezonden conceptbrief aan de wederpartij heeft klager niet gereageerd. De gedragingen van verweerster zijn niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Indien klager zich niet kon verenigen met de wijze waarop verweerster de zaak wenste aan te pakken, stond het hem vrij zich tot een opvolgend advocaat te wenden.
Klacht kennelijk ongegrond.
Deze beslissing is in afschrift op 8 oktober 2013 per aangetekende post verzonden aan:
- klager
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden.
Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage, Postbus 85850, 2508 CN ’s-Gravenhage (faxnummer: 070-350 10 24). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.