Rechtspraak
Klacht betreffende de belangenbehartiging in BOPZ-zaak. Verwijt dat de belangen van klaagster onvoldoende zijn behartigd. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk, daarbij ten onrechte aannemend dat de vader van klaagster pro se en niet als haar gemachtigde optreedt. Het verzet is om deze reden gegrond. De belangen zijn zorgvuldig behartigd en hetgeen bij de behandeling van de zaak is voorgevallen en besproken is duidelijk en schriftelijk aan klaagster bevestigd. Klacht ongegrond.