Rechtspraak
De verklaring van klager en diens moeder over de achterlating van een ordner staan haaks op de verklaring van verweerster en vormen op zichzelf onvoldoende basis om vast te kunnen stellen dat het standpunt van klager juist is.
De gedraging van verweerster in verband met de declaratie van 2 augustus 2012 is op zichzelf minder zorgvuldig, maar niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, te meer nu het handelen van verweerster geen negatieve gevolgen voor klager heeft gehad. Ook het voorstel van verweerster om de nog openstaande declaratie van 3 september 2012 te verrekenen met het depot dat het kantoor van verweerster van klager onder zich heeft, is niet ongebruikelijk en evenmin tuchtrechtelijk verwijtbaar.
Klacht kennelijk ongegrond.