Rechtspraak
Het klachtonderdeel dat betrekking heeft op het geven van valse hoop aan klager door verweerder, over de haalbaarheid van zijn zaak, heeft de raad niet kunnen vaststellen. Uit het door verweerder aan de rechtsbijstandsverzekeraar gegeven advies kan niet worden afgeleid dat verweerder de door klager gewenste procedure zou starten en de belangen van klager zou blijven behartigen.
Het stond verweerder bovendien vrij om klager mee te delen geen procedure te willen entameren.
De raad acht het klachtonderdeel dat ziet op het tijdsverloop dat verstreken is vanaf de aan verweerder verstrekte vervolgopdracht in maart 2006 tot het starten van een procedure tot het treffen van een voorlopig getuigenverhoor begin 2008, gegrond. Verweerder heeft dit tijdsverloop niet althans onvoldoende kunnen verklaren, mede gelet op het feit dat verweerder reeds in februari 2006 een advies had uitgebracht.
Verweerder heeft de zaak van klager in genoemde periode onvoldoende voortvarend aangepakt.
Het klachtonderdeel is in zoverre gegrond.
Aan verweerder wordt de maatregel van enkele waarschuwing opgelegd.