Rechtspraak
Dekenbezwaar gegrond. Verweerder heeft zich in een interview in een krant uitgelaten over een rechter. De raad is van oordeel dat verweerder zich met zijn – in het dagblad gepubliceerde interview – gedane uitlatingen niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. De in het interview gedane, op de persoon van de rechter gerichte kritiek, ontbeert een zakelijk karakter en overschrijdt de grenzen die aan uitoefening van de aan verweerder als advocaat toekomende vrijheid van meningsuiting worden gesteld. De onnodig grievende wijze waarop verweerder zijn kritiek heeft geuit, is niet in overeenstemming met de verantwoordelijkheid die op verweerder als advocaat rust met het oog op het waarborgen van het gezag van de rechterlijke macht en de advocatuur en van de waardigheid van de rechtspleging.