Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht betreffende bijstand door verweerster terzake van een geschil over door klager geleden schade. Verweerster heeft de zaak deels behandeld, deels een kantoorgenote in verband met zwangerschap van verweerster. De bijstand had betrekking op de uitoefening van een zelfstandig bedrijf.

Verweerster heeft onbetwist gesteld dat zij klager tijdens het eerste gesprek heeft geïnformeerd dat zij 7 maanden zwanger was. Telefonisch heeft verweerster klager geïnformeerd toen zij met zwangerschapsverlof zou gaan. Voor de aanvang daarvan is de bijstand door verweerster en haar kantoorgenote gestaakt wegens het niet-voldoen door klager aan zijn betalingsverplichtingen. Nu de bijstand betrekking had op de uitoefening van een zelfstandig bedrijf en niet gebleken is dat er aanleiding was om te veronderstellen dat de voortzetting van dat bedrijf van de uitkomst van de betreffende procedure afhankelijk was, mochten verweerster en haar kantoorgenote ervan uitgaan dat klager niet voor toevoeging in aanmerking kwam. Klacht kennelijk ongegrond. Het verzet is niet ingesteld binnen de in artikel 46h Advocatenwet gestelde termijn. Verzet niet-ontvankelijk.