Naar boven ↑

Rechtspraak

Klagers hebben de wederpartij van de cliënte van verweerder bijgestaan in een geschil waarover een vaststellingsovereenkomst is gesloten. Daarna ontstaat geschil over de uitleg van de vaststellingsovereenkomst en verweerders wederpartij vordert gedeeltelijke vernietiging daarvan. Verweerder heeft in de conclusie van antwoord circa 10 citaten opgenomen, ontleend aan de confraternele correspondentie tussen verweerder en klagers, gevoerd in het kader van de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst.

Verweerder heeft vooraf verzocht om advies als bedoeld in gedragsregel 12 en heeft een (negatief) advies van de deken verkregen.

Klacht dat verweerder gedragsregel 13 heeft geschonden door in de conclusie van antwoord uit confraternele correspondentie te citeren. Tevens wordt overtreding van gedragsregel 12 verweten.

Een beroep op tijdsverloop (drie maanden) en op het ontbreken van belang, strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring, wordt verworpen. De raad oordeelt, verwijzend naar gedragsregel 13 en jurisprudentie van Hof van Discipline, dat gedragsregel 13 betrekking heeft op schikkingsonderhandelingen gevoerd terzake van een geschil dat aan de rechter is of zal gaan worden voorgelegd en niet op de situatie met behulp van of door advocaten onderhandelingen zijn gevoerd die tot een overeenkomst leiden, zonder dat daarover een procedure aanhangig is. Daarom is gedragsregel 13 niet overtreden. Aangaande de toepassing van gedragsregel 12 oordeelt de raad dat verweerder terecht aangevoerd belang van zijn cliënte bepaaldelijk citeren de confraternele correspondentie vorderde in gedragsregel 12 bedoelde uitzondering doet zich in deze voor. Klacht ongegrond.