Naar boven ↑

Rechtspraak

Dekenklacht, tegelijk ingediend met een schorsingsverzoek ex artikel 60b subsidiair artikel 60c Advocatenwet.

Verweerder heeft in een bepaalde periode belangen behartigd van een cliënt in strafzaken, die eerder strafrechtelijk was veroordeeld. Verweerder is zeer nauwe banden met de cliënt aangegaan en is in een situatie geraakt waarin hij door de cliënt werd afgeperst en waarin hij zijn onafhankelijkheid als advocaat heeft prijs gegeven. Verweerder heeft zich tot de deken gewend voor raad.

De klacht heeft grotendeels betrekking op handelingen die verweerder in het kader van de te nauwe relatie met de cliënt heeft verricht. De klacht behelst dat verweerder zich niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt, de gedragsregels 2, 6, 25, 29, 35 en 37 heeft overtreden en in het bijzonder dat verweerder zijn onafhankelijkheid als advocaat heeft prijs gegeven. Daarnaast wordt verweerder verweten dat hij, in het kader van het voornemen van de deken om een klacht in te dienen, in de gevoerde gesprekken niet eigener beweging de deken heeft geïnformeerd over een pand, dat verweerder in eigendom toebehoort en waarin door een huurder een sexinrichting werd geëxploiteerd.

De klacht wordt gegrond verklaard voor zover het gaat om de volgende gedragingen:

met de cliënt een bezoek te brengen aan een sexclub en het aldaar van die cliënt aannemen en gezamenlijk gebruiken van cocaïne; het met de pinpas van de cliënt, die gedetineerd was, pinnen van geld van diens bankrekening en vervolgens geld vanaf de privé bankrekening overmaken op de bajesrekening van de cliënt; het op verlangen van de cliënt verrichten van chauffeursdiensten voor de cliënt en diens kinderen, aan welk verlangen verweerder geen weerstand kon bieden, zodat hij zijn onafhankelijkheid heeft prijs gegeven; het in de gegeven omstandigheden niet eigener beweging aan de deken verstrekken van informatie over de (in de publiciteit gekomen) verwikkeling rond het pand dat verweerder in eigendom heeft.

Maatregel: schorsing voorwaardelijk voor de duur van drie maanden.