Rechtspraak
De interventies van de advocaat in het privé leven van klager, meer in het bijzonder ten aanzien van de zorg voor zijn huisdieren, heeft een onwenselijke vorm aangenomen, waartegen klager begrijpelijkerwijs groot bezwaar heeft. De voorzitter is echter van oordeel dat er onvoldoende aanknopingspunten met de praktijkuitoefening van de advocaat zijn om vast te stellen dat de privé gedragingen van verweerster als tuchtrechtelijk verwijtbaar zijn aan te merken.
Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.