Naar boven ↑

Rechtspraak

Verweerster wordt verweten bij aanvang van de zaak ten onrechte geen toevoeging voor klaagster te hebben aangevraagd. verweerster heeft aangevoerd dat zij op basis van de financiƫle situatie op dat moment en de verwachte situatie in de toekomst van oordeel was dat klaagster niet voor toevoeging in aanmerking zou komen en dat zij op grond daarvan klaagster heeft voorgesteld de zaak tegen betaling te behandelen.. Nu verweerster klaagster niet de keuzemogelijkheid heeft gegeven al of niet gebruik te maken van door de overheid gefinancierde rechtshulp ook al was het geen uitgemaakte zaak of de toevoeging al dan niet zou worden verleend en na afloop in stand zou blijven, heeft zij in strijd met artikel 24 Gedragsregels gehandeld. Klacht is gegrond. Nu verweerster tijdens de zitting blijk heeft gegeven in te zien dat zij anders had moeten handelen, ziet de raad geen reden om een maatregel op te leggen.