Rechtspraak
Verweerder heeft ten onrechte gebruik gemaakt van een steunvordering bij de aanvraag van het faillissement van Y. Gelet op de verstrekkende gevolgen van een faillissement behoort een advocaat als hij zich tijdens de behandeling van een faillissementsrekest op een steunvordering beroept er zeker van te zijn dat deze bestaat. Deze zekerheid had verweerder niet. Verweerder heeft erkend, dat hij heeft nagelaten voorafgaande aan de behandeling van het faillissementsrekest bij E te informeren of E nog een vordering had. Hiertoe bestond alle aanleiding, omdat er (a) sinds de archivering van de zaak op het kantoor van verweerder meer dan twee jaren was verstreken, waarin zich ten aanzien van de vordering iets had kunnen voordoen en (b) E zelf bij brief van 23 april 2008 had geschreven een en ander “in te trekken”.