Rechtspraak
Verzetzaak. Verweerder heeft klager bijgestaan in een WOTS-procedure. Klager verwijt verweerder ten onrechte niet tijdens de behandeling van het WOTS-verzoek de datum van vervroegde invrijheidstelling van klager in het uitleverende land als argument voor verkorting van de in Nederland op te leggen vrijheidsstraf te hebben aangevoerd. Met de voorzitter is de raad van oordeel dat verweerder’s beslissing dit argument niet naar voren te brengen past binnen de hem toekomende beleidsvrijheid. Verzet is ongegrond.