Rechtspraak
Verweerder heeft de rvt niet tijdig geïnformeerd over het al dan niet bestaan van een dienstverband met zijn stagiaire en al hetgeen daarbij meer speelde in het kader van de beoogde samenwerking. Verweerder heeft nagelaten in zijn berichtgeving aan de rvt aan te geven dat zich de nodige problemen voordoen die eerst oplossing behoeven, terwijl verweerder als ervaren advocaat wist of behoorde te weten dat mededeling daarvan van belang kon zijn voor de beoordeling van het gewenste patronaat. Verweerder heeft ook nagelaten de rvt te informeren dat de getekende arbeidsovereenkomst per overeengekomen ingangsdatum niet was geëffectueerd. Aldus heeft verweerder niet alleen het vertrouwen van de rvt beschaamd maar ook blijk gegeven van miskenning van het belang dat gemoeid is met het waarborgen van de financiële draagkracht van de stagiaire. Bezwaren gegrond. Maatregel van schrapping opgelegd, waarbij de raad mede in aanmerking heeft genomen verweerders eerdere schrapping in 1994 terzake onder meer diens strafrechtelijke veroordeling wegens het medeplegen van het doen van onjuiste aangiften omzetbelasting en loonbelasting.