Rechtspraak
Bij de beoordeling of een klacht over een advocaat tijdig is ingediend dienen van geval tot geval twee belangen te worden afgewogen, te weten: enerzijds het ten gunste van de klager wegende maatschappelijk belang dat het optreden van een advocaat door de tuchtrechter kan worden getoetst; anderzijds het belang dat een advocaat heeft bij toepassing van het beginsel van rechtszekerheid. Dit beginsel houdt onder meer in, kort samengevat, dat een advocaat zich niet na een als onredelijk te beschouwen lange tijd nog bij deken en tuchtrechter moet verantwoorden voor zijn optreden van destijds.
Door hier eerst drie jaar en vervolgens weer bijna vijf jaar mee te wachten, kan klager niet meer in zijn klacht worden ontvangen vanwege tijdsverloop, zelfs indien moet worden aangenomen dat de stafjurist van het bureau van de Orde van Advocaten niet steeds adequaat op zijn brieven heeft gereageerd. De adovcaat is door het verstrijken van inmiddels 8 jaar na indiening van de klacht tevens in een nadelige bewijspositie gebracht