Rechtspraak
Een verzoek tot wraking kan op grond van artikel 47 lid 2 Advocatenwet jo 512 t/m 518 Wetboek van Strafvordering worden gedaan, indien feiten of omstandigheden aanwezig zijn waardoor de tuchtrechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Het verzoek moet krachtens artikel 513 lid 1 Wetboek van Strafvordering worden gedaan zodra genoemde feiten of omstandigheden aan verzoekster bekend zijn geworden. Het indienen van een verzoek tot wraking op 1 december 2010 terwijl voornoemde feiten en omstandigheden klager reeds ter zitting van 4 oktober 2010 bekend waren, is te laat. Klager is niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.