Naar boven ↑

Rechtspraak

 

De voorzitter beslist tot kennelijke niet-ontvankelijkheid van het verzoek tot herziening omdat het ernstig vermoeden dat, rekening houdend met de door verzoeker aangedragen argumenten, de beslissing waarvan herziening verzocht wordt anders zou zijn uitgevallen, ontbreekt. Verzoeker heeft niet aannemelijk gemaakt dat de voorzitter en de raad ten onrechte geen acht hebben geslagen op overgelegde stukken en feiten (zoals hij had gesteld).