Naar boven ↑

Rechtspraak

 

Verweerder heeft zijn financiële problemen willen oplossen door € 21.500,00 van een cliënte te lenen, notabene zonder deugdelijke afspraken over terugbetaling, en heeft nadien bij herhaling zijn toezeggingen tot terugbetaling geschonden. Bovendien in voor haar behandelde zaken beroepsfouten gemaakt. Daarnaast nalatig gebleven om aan de deken inzicht te geven in de financiële positie van zijn praktijk. Onder deze omstandigheden moet gevreesd worden dat verweerder zijn cliënten niet langer de vereiste zorg kan bieden en zijn verplichtingen uit hoofde van de Verordeningen niet kan nakomen. Meerdere door artikel 46 Advocatenwet beschermde belangen dreigen te worden geschaad; tenminste één van deze belangen is dat reeds. Schorst verweerder met onmiddellijke ingang in de uitoefening van de praktijk op grond van artikel 60ab Advocatenwet.