Rechtspraak
De klacht richt zich met name op de vraag of verweerder de opdracht tot het verstrekken van een cassatieadvies ontijdig heeft beëindigd. De raad oordeelt dat dit niet het geval is. Klager heeft er zelf voor gekozen na kennisname van de beëindiging van de opdracht zijn advies op papier uit te werken en aan verweerder toe te zenden. Ten aanzien van de verschuldigdheid van de declaraties kan de raad zich niet uitlaten, aangezien hij daartoe niet bevoegd is. Het is de raad niet gebleken dat verweerder de belangen van de gezamenlijke cliënte heeft verzaakt. Anders dan klager stelt is het niet de verantwoordelijkheid van een cassatie-advocaat om contact te onderhouden met een cliënt of hem een advies door te sturen, behoudens bijzondere omstandigheden. De klacht is in al haar onderdelen ongegrond.