Rechtspraak
Klaagster verwijt verweerder dat hij art. 21 Rv heeft geschonden en de rechters niet naar waarheid heeft ingelicht door bij een herhaald verzoek om verlof voor het leggen van beslag niet te vermelden dat door de eerdere voorzieningenrechter geen verlof voor het volledig verzochte bedrag was verleend. De raad constateert dat er een relatief gering verschil is tussen de bedragen waarvoor verlof is verleend. Verweerder heeft zich erop beroepen, dat er haast was bij het beslag en op de op zijn kantoor ontstane situatie. De raad is niet van kwaad opzet gebleken. Klacht ongegrond.